Iedereen is wel eens angstig of vindt iets eng. Dat kan heel handig zijn en je beschermen tegen gevaarlijke situaties. Maar soms is iemand ook bang in een situatie waarin dat misschien niet zo nodig is, of waardoor hij of zij problemen krijgt in haar dagelijkse functioneren.
Dat kan op allerlei verschillende manieren voorkomen.
Bijvoorbeeld als een fobie, een sociale fobie, faalangst,
een paniekstoornis, een gegeneraliseerde angststoornis
of een obsessief-compulsieve stoornis.
Verschillende behandelingen, zoals cognitieve gedragstherapie, kunnen geschikt zijn wanneer iemand last heeft van angstklachten.
Voor meer informatie over de verschillende behandelingen die mogelijk zijn en die Psychis te bieden heeft, kan je kijken bij behandelingen.
Fobie
Er zijn allerlei verschillende fobieën. We spreken van een fobie als iemand extreem bang is in een specifieke situatie, van een voorwerp of een dier. Iemand kan extreem bang zijn voor spinnen, of voor afgesloten ruimtes (bijvoorbeeld een lift niet in durven, of niet kunnen reizen omdat hij de trein niet in durft) of iemand heeft erg veel last van hoogtevrees. Ook kan iemand kan zo bang zijn van bloed dat hij flauwvalt als hij bloed ziet.
Faalangst
Als mensen zo bang zijn te falen in bepaalde situaties dat ze bijvoorbeeld bij een examen alles vergeten wat ze hebben geleerd of zo bang zijn dat iets niet zal lukken dat ze er niet eens aan beginnen, spreken we van faalangst.
Sociale fobie
Als mensen angstig zijn voor contacten met anderen, bang dat ze een praatje aangaan en dat ze dan wat vreemds of doms zeggen en anderen hen raar vinden kan er sprake zijn van een sociale fobie. Ook komt het voor dat mensen geen presentatie durven te geven, geen vragen durven te stellen of niet durven te eten of drinken of andere dingen te doen in het openbaar uit angst voor kritiek van anderen. De één gaat die situaties dan maar helemaal uit de weg en slaat verjaardagen over, gaat niet naar de winkel, meldt zich ziek voor vergaderingen, enzovoort. De ander gaat nog wel, maar voelt zich erg gespannen, gaat blozen, zweten en gaat het liefst zo snel mogelijk weer naar huis.
Paniekstoornis
Bij een paniekstoornis kan het voorkomen dat iemand plotseling heel angstig wordt, moet zweten, hartkloppingen krijgt en benauwd en duizelig wordt, zonder dat er voor hem of haar een duidelijke oorzaak is. Vaak is iemand dan zo angstig dat hij bang is bijvoorbeeld een hartaanval te krijgen. Diegene gaat dan zo snel naar het ziekenhuis, waar dan vervolgens (gelukkig) niks met het hart is. Hij wordt weer naar huis gestuurd, maar kan heel bang blijven dat het zomaar nog een keer kan gebeuren en gaat vaak allerlei situaties uit de weg, die volgens hem het risico op het krijgen van een paniekaanval (of hartaanval) vergroten.
Gegeneraliseerde angststoornis
Een gegeneraliseerde angststoornis komt voor als iemand zich eigenlijk voortdurend angstig en onrustig voelt in allerlei situaties en voor allerlei zaken en altijd maar ‘beren en tijgers’ op de weg ziet.
Obsessief-compulsieve stoornis
Het kan voorkomen dat de angst zo groot wordt dat iemand er helemaal door beheerst wordt, aan niets anders meer kan denken (obsessies) en soms ook allerlei gedachten moet denken of bepaalde handelingen moet doen (compulsies) om de angst onder controle te houden. Het komt bijvoorbeeld voor dat iemand dingen moet tellen of aanraken uit angst dat als hij dat niet doet er iets heel ergs gebeurd. Die gedachten en handelingen kunnen zo uit de hand lopen dat ze een groot deel van de dag in beslag nemen en mensen niet meer aan hun eigen bezigheden toe komen. Ze verliezen de controle over hun eigen doen en laten.
|